De tijd van Kerstmis
komt er aan, dat zie je in elke krant:
Veel duur diners en
brunches, kan je reserveren in elk restaurant.
Zo moet je in de
moderne tijd Uw Kerstfeest gaan vieren
Vooral héél sjiek
met véél bestek en glazen wijn versieren.
Een boom die kan er
nog wel bij, en ook desnoods een Kerstman,
Maar waar het
allemaal omgaat, daar merk je niet zoveel van.
Als ik dan denk aan
vroeger, aan mijn kindertijd,
Hoe wij toen
Kerstmis vierden,dan voel je toch wel spijt.
Voor het eerst mee
naar de nachtmis, dat was iets heel aparts toen,
Gij wist niet wat
komen ging, of wat je daar moest doen;
In het holst van de
nacht je bed uit in de kou,
En nuchter naar de
kerk toe,dat was iets nieuws voor jou.
Wij waren al héél
vroeg gegaan, zodat we een stoeltje hadden,
Want anders moest
men blijven staan en het duurde schijnbaar lang.
Onze Pa,die zong in
het kerkkoor, iets van gregoriaans,
Zo had ik dat
gehoord toen hij dat zei tegen onze Ome Frans.
In de kerk daar
stond een stal, met beelden levensgroot,
Ik kon het goed
zien, want ik zat naast de kameel zijn achterpoot.
Het orgel speelde
Kerstliedjes, wij zongen met het jongenskoor mee,
Van wij komen te
samen, en op de aarde overal vrede.
En toen het begon
kwam de pastoor, met héél veel personeel,
Drie heren en veel
misdienaars, het was een mooi geheel.
Ik dacht toen
nog:met zoveel man, dan zal het wel gauw gedaan zijn,
Want na afloop had
ons moeder gezegd, dan was er voor ons konijn.
Maar toen begon het
kyrie, ik denk wel zo'n tachtig keer,
Eerst de soliste, en
daarna met allemaal samen weer.
Maar dat het lang
zou gaan duren, dat kon je toen al zien,
De pastoor ging
telkens weer zitten, voor een minuut of tien.
En toen begon het
Gloria, toen was het helemaal raak
Het leek wel net een
donderbui die in de kerk opstak.
Het daverde door
heel je lijf, al dat gregoriaans,
Je wilde meteen gaan
lopen, maar daarvoor kreeg je niet de kans.
Ik zat daar te
kijken naar het Kindje en de schapen,
En dacht als het een
echt kindje was, dan kon het zo nooit slapen!
Zo ging het toen nog
lang door, en ik kreeg steeds meer kou,
Verwarming hadden ze
toen nog niet,mijn handen waren nu echt blauw.
Toen eindelijk na
het kruis iedereen naar huis kon gaan,
Was je blij dat
moeder thuis een warm konijn had staan.
En met de ribbels in
je knieën van de rieten stoel,
Had je toen toch
meer als nu, Een echt Kerstmisgevoel.
Een zalig
Kerstfeest!
