Ieder krijgt zijn deel op aard
Ieder heeft wat hem bezwaard
Ieder hart en ieder huis
Heeft zijn eigen smart en kruis
Deze heeft een enig kruis
Gene een driedubbel thuis
Maar wat is het wonderbaarst
Iedereen vindt het zijne het zwaarst
Het kruis van een ander schijnt u licht
Maar gij bedriegt u in het gewicht
En wie weet of gij verdroeg
Waar nu hun schouder onder zwoegt
Niet op ieders voorhoofd staat
Hoe het hem van binnen gaat
Dikwijls heeft zo menig hart
Midden onder het lachen smart
Dus dragen wij naar 's Heren wil
Steeds met gelatenheid en stil
Gij uw kruisen, ik mijn leed
Terwijl God ons beider krachten meet.
|